5 juni 2025

Editie 2: Natalie Evans en Claudia Pallise Perello aan het woord

Binnen Xendens, onderdeel van de afdeling Ethiek, Recht en Humaniora van het Amsterdam UMC, is er veel expertise en ervaring op het gebied van gezondheidsrecht, ethiek van de zorg, participatie & diversiteit en ethiek support & wetenschappelijke integriteit.

De vorige editie kwamen hoogleraar Corrette Ploem en PhD-kandidaat Roosmarie Jessen, beiden onderdeel van de sectie gezondheidsrecht, aan het woord (klik hier voor het interview).

Deze editie komen Natalie Evans en Claudia Pallise Perello aan het woord, twee wetenschappers van de sectie Wetenschapsintegriteit. Deze sectie richt zich vooral op het doen van betrouwbaar onderzoek en het verbeteren van onderzoeksresultaten. Voorbeelden van projecten waar deze sectie zich mee bezighoudt zijn:

NRIN - een platform voor iedereen die geïnteresseerd is in onderzoeksintegriteit.
The Embassy of Good Science - een wikiplatform dat relevante informatie over onderzoeksethiek- en integriteit samenbrengt en beschikbaar stelt voor opleiders en onderzoekers.

Voor ieder van deze gebieden of secties geldt de volgende vraag:

"Wat is de maatschappelijke impact en waarde van de onderzoeken die worden uitgevoerd binnen deze vier secties?"

Deze sectie houdt zich meer bezig met het doen van fundamenteel onderzoek, wat het ontleden van deze vraag nog interessanter maakt. Er is voor deze sectie namelijk niet één methode van toepassing in het beantwoorden van onderzoeksvragen.


Valoriseren: de complexiteit van maatschappelijke impact in het doen van wetenschappelijk onderzoek

Epistemische onrechtvaardigheid, oftewel het onrecht dat iemand wordt aangedaan als die persoon niet erkend wordt als een geloofwaardige, betrouwbare en belangrijke bezitter van kennis. Het is het onderwerp van Claudia Pallise Perello's promotieonderzoek. Sinds twee jaar bijt ze zich vast in de filosofische kennisleer. En hoe kennis rechtvaardig en democratisch wordt verworven, gedeeld en geaccepteerd binnen de wetenschappelijke wereld. "De onderliggende vraag in mijn onderzoek is of we ervoor kunnen zorgen - door onderzoeksethiek en integriteitsinitiatieven bijvoorbeeld - dat bepaalde groepen niet worden buitengesloten van wetenschappelijk onderzoek."

Is er sprake van eerlijke kennisverwerving?

Een belangrijke vraag, vindt Natalie Evans, copromotor van Claudia. Als leider van het Research Integrity-programma van de afdeling Ethiek, Recht en Humaniora van Amsterdam UMC, werkt zij onder andere in Europees verband aan Prepared en RE4green. Projecten waar onderzoeksethiek en onderzoeksintegriteit een hoofdrol spelen. "Ik denk en hoop dat Claudia het gesprek over onderzoeksethiek en onderzoeksintegriteit kan sturen richting meer bewustzijn van epistemische onrechtvaardigheid."

Dat is niet alleen van belang voor eerlijkere kennisverwerving, maar ook voor het bepalen van de onderzoekagenda. Claudia: "Welk onderzoek prioriteit krijgt en financiering ontvangt, beïnvloedt namelijk ook de trends die we in de komende jaren in de wetenschap zullen zien. Zowel als het gaat om de deelnemers aan een onderzoek als de onderwerpen die onderzocht worden."


Direct of indirect nut

Het klinkt als een theoretisch vraagstuk dat zich vooral afspeelt binnen de muren van de wetenschap. Kan de kennis die binnen Claudia's onderzoek wordt verzameld straks ook impact maken in de maatschappij? Hierover zegt Claudia het volgende: "Ik vind dat valorisatie vaak te veel wordt gereduceerd tot wat direct economisch of praktisch nut oplevert. Kennis heeft waarde op zichzelf. Ook als deze niet direct toepasbaar lijkt. Soms gaat het om kennis die de nieuwsgierigheid prikkelt en die mensen helpt dieper na te denken over de wereld om hen heen. De maatschappelijke waarde daarvan laat zich niet altijd gemakkelijk meten of kwantificeren. Maar dat betekent niet dat die kennis geen impact heeft - ook al is het soms maar voor een klein deel van de bevolking."

Meten is weten

Ook voor Natalie is niet altijd eenduidig op welke manier je naar valorisatie en impact moet kijken. "Ik worstel daar soms mee. Enerzijds gaat het over de tastbare en meetbare impact van je werk op de maatschappij, het milieu, de economie, et cetera. Anderzijds ook over het bijdragen aan kennis voor bepaalde belangengroepen." De impact daarvan is ongrijpbaarder. En dat is lastig. Want als je de impact niet kunt meten, hoe weet je dan of je je doel hebt bereikt?"

Dat neemt niet weg dat Natalie erkent dat valorisatie meer is dan alleen het publiceren van artikelen of het organiseren van trainingen. "Het hoeft niet altijd te gaan om het maken van een product", zegt ze. "Je kunt valorisatie ook breder interpreteren. Zoals het creëren van bewustzijn, delen van kennis met specifieke doelgroepen of beïnvloeden van beleidsbeslissingen. Voor mij is het hebben van impact wel het belangrijkste aspect van valoriseren. Omdat het tastbaar is en omdat het fijn is om resultaten te zien. Ik hoop dan ook voor Claudia's project dat we meetbare impact kunnen hebben. Bijvoorbeeld door de aanbevelingen die worden gedaan via de verschillende projecten waar ze aan werkt."


Tastbare maatschappelijke impact

Een van die projecten is Irecs. Dit Europese project pakt de ethische uitdagingen op van nieuwe technologie die in onderzoek wordt gebruikt. Binnen Irecs heeft Claudia meegewerkt aan een module over sociale rechtvaardigheid en rechtvaardigheidskwesties in onderzoek. "Deze module wordt geïmplementeerd op verschillende universiteiten in heel Europa. Daarnaast zal de module in andere centra worden ingezet om workshops en seminars vorm te geven. Dan heb je het over een vrij directe en duidelijke vorm van impact."

Ook Natalies onderzoekscarrière laat dit soort impactvolle projecten zien. Zoals het trainingsprogramma dat zij ontwikkelde voor het Europees Horizon 2020-project. Het doel van het project was om een integriteitsprogramma te ontwikkelen dat een meetbaar effect zou hebben op de onderzoekspraktijk. "Het ging om een trainingsprogramma voor het onderwijzen van onderzoeksintegriteit vanuit een beter ethisch perspectief. Daarmee zijn wereldwijd meer dan vijfhonderd trainers opgeleid - die op hun beurt onderzoekers hebben opgeleid. In totaal ging het om meer dan vierduizend mensen. Deze trainers en onderzoekers, zo bleek uit de evaluatie, waardeerden de training hoog. De deelnemers vonden dat het volgen van de training hun blik op de onderzoekspraktijk had veranderd. De training heeft daarmee grote impact gehad op diezelfde onderzoekspraktijk."


Bewegen als wetenschapper in de gezondheidszorg

Volgens Natalie weegt het hebben van impact zwaar binnen haar team, de sectie en de afdeling. "Wij zijn ingebed in een academisch ziekenhuis. Bijna iedereen die hier werkt, heeft als doel de onderzoekspraktijk of de zorg voor patiënten te verbeteren."

Maar hoe verhoudt dat zich tot het academische werk? Zijn ze complementair of kunnen ze elkaar ook in de weg zitten? Dat laatste is een risico erkent Natalie. "Soms richten we ons iets te veel op impact en te weinig op de academische reflectie van onze activiteiten. Dat komt misschien wel, omdat er een aanzienlijke behoefte is aan interventies. Binnen het research integrity-team wordt daar veel tijd aan besteed. Wij willen interventies van extreem hoge kwaliteit produceren die we goed evalueren. Maar meestal zijn de KPI's waar we aan moeten voldoen het schrijven van een rapport voor de Europese Commissie - en niet het publiceren van een artikel. We moeten er dus goed op letten dat we de theoretische achtergronden van onze interventies wel publiceren en deze op een grondige wetenschappelijke manier evalueren."


Zijn theorie en praktijk dan wel in balans?

De verhouding tussen het academische en toegepaste werk raakt volgens Natalie gemakkelijk uit balans. "Uiteindelijk zijn we een academische afdeling - en niet alleen dienstverleners. We denken serieus na en reflecteren op bepaalde concepten, zoals epistemische rechtvaardigheid, en reflecteren hoe belangrijk ze zijn binnen een bepaalde praktijk. Daarom is Claudia druk bezig met het vlechten van een soort conceptuele achtergrond wat vooral interessant is voor ons toegepast onderzoek."

"Theorie en praktijk kunnen elkaar ook helpen en ondersteunen" voegt Claudia tot slot toe. "Als je focus ligt op praktisch werk kun je soms ook het spoor bijster raken van waarom je doet wat je doet. Met andere woorden: je kunt je afvragen wat de rechtvaardiging is van wat je doet. Maar als je praktische werk wordt aangestuurd door theorie die je echt hebt geïnternaliseerd, dan helpt dat je ook in die praktijk. Je kunt je werk met meer vertrouwen doen, omdat je weet dat het rust op een theoretische rechtvaardiging."


Terug naar nieuws
Xendens

Oratie Christine Dedding
Christine Dedding, voorzitter van de sectie Participatie en Diversiteit, is op 5 juni benoemd tot hoogleraar! meer...
Editie 1: Corrette Ploem en Roosmarie Jessen aan het woord
Iedere eerste donderdag van de maand zetten wij twee wetenschappers in de schijnwerpers. We trappen de eerste editie af met Corrette Ploem en Roosmarie Jessen, beiden onderdeel van de sectie gezondheidsrecht. meer...
Webinar over het nieuwe wetsvoorstel Wet zorg en dwang
Ieder(in) organiseert een webinar over het nieuwe wetsvoorstel Wet zorg en dwang. Kom je ook? meer...